Bertus Bonk Morge

Bertus Bonk Morge, Zoals al in het boek ‘Het lied van DEN HAAG’ (pag. 64-65), van Paul Groenendijk en Jimmy Tigges al beschreven staat, is ‘Morge’ ontstaan in een oefenruimte. Het verhaal dat in het boek staat opgetekend uit de mond van Frits Wanrooy, co-auteur van het lied, klopt in grote lijnen. Er staan echter wel wat dingen in die Bertus zelf anders zou vertellen. Ook staat er één onwaarheid in die bij deze recht gezet dient te worden.

In het boek wordt gezegd dat Bertus onder twee pseudoniemen werkte, Bertus Bonk en Bonkie. Dit laatste klopt niet. Bertus heeft zichzelf nooit van de naam Bonkie bediend en ook nooit een tweede single opgenomen. Ook is hij zeker niet breedgeschouderd, zoals in de foto’s te zien is. Het gedeelte over de zanger die liedjes van Jan ten Hoopen zingt dient dus aan iemand anders toegeschreven te worden.

Zoals gezegd is ‘Morge’ ontstaan in een oefenruimte in de Boekhorststraat. Bertus repeteerde hier in de winter van 1980 met zijn band Cold Turkey. Tijdens één van de repetities kwamen twee van de vijf bandleden niet opdagen. Om de tijd de doden is door Bertus en Frits een liedje bedacht. De aanleiding was een wederzijdse vriend waarvan ze allebei nog geld kregen. Wanneer je hem er om vroeg kreeg je altijd te horen dat hij het je ‘morgen’ terug zou betalen. Omdat het tegen carnaval liep heeft is hier de bekende meezingdeun uit gekomen. De tekst is deels bedacht en deels autobiografisch.

Bertus en Frits hebben er vervolgens jaren niets meer mee gedaan. Tot Bertus in 1982 bij de band Check The Computer betrokken raakte. Hij deed hier als gastzanger achtergrondstemmen. Tijdens de lange autoritten naar optredens placht hij de bandleden te vermaken met het zingen van het liedje.

[widgetkit id=99]

Check The Computer was op dat moment bezig met het rondmaken van een platencontract bij ‘platenbaas’ Willem van Kooten, van Red Bullet. Een liedje als ‘Morge’ vindt zijn eigen weg en is al snel ook bij Van Kooten ter sprake gekomen. Die zag er wel wat in en gaf toestemming om het op te nemen.

Omdat het liedje nog nooit echt was uitgevoerd is het in de eerste instantie door Frits en Bertus op een demo opgenomen. Dit gebeurde zoals Frits in het boek vertelt bij hem in zijn kraakwoning. Bij Frits is deze opname altijd favoriet gebleven omdat hij het niet zo ophad met de ‘moderne’ sound van de singleversie. De eigenlijke opname voor de single gebeurde in de Bulletsound studio met medewerking van Erik de Boer, Eef van Hooven en Peter Wassenaar van Check The Computer. Het nummer stond er in één dag op, wat voor de geldende begrippen snel was. Men was gewoon dat er dagen en top diep in de nacht aan een liedje doorgesleuteld werd. De single moest ook een B-kant hebben. Die bestond nog niet dus hebben Bertus en Erik de Boer nog snel het liedje ‘Ja, zo ken die wel weer’ bedacht. Ook dit is in één dag opgenomen. Het klinkt vrij ongepolijst en is eigenlijk meer een demoversie.

Hoewel het lang geleden is herinnert Bertus zich de opnames nog heel goed. “Er was een unieke ontspannen sfeer, zoals we niet vaak in een studio hadden. We werkten met een onbevangenheid die volgens mij nog goed te horen is in het resultaat. Ik wilde een sfeer alsof het lied in de kroeg werd meegegalmd dus hebben we met z’n allen wat voor een microfoon staan brullen. Voor de vrouwenstem maakten we gebruik van de ‘Juffrouw Jannie’ van de studio, de receptioniste die toch niet al te veel werk had omdat er nauwelijks iemand naar de kleine Bullet Sound studio belde. Samen met Peter heb ik bij de eerste versie nog een ad lib gedaan aan het einde van het nummer. Deze is er in de uiteindelijke versie uit gehaald omdat ‘ie niet echt goed werkte”.

“Na de twee opnamedagen (één voor de A-kant en één voor de B-kant) was voor ons het werk gedaan. Die twee dagen hebben we onwijs gelachen, mocht het verder niets worden dan zouden ze ons dát nooit meer afpakken. Kort na het voltooien van de opnames werd ons het ontwerp voor de hoes getoond. Iemand had gedacht om ‘gedurfd’ een girobetaalkaart te gebruiken. De gedachte was dat daar mogelijk ‘herrie’ van zou komen, hetgeen dan weer gunstig zou uitpakken voor de publiciteit. Dat is nooit gebeurd”. De plaat werd uitgebracht en heeft het aanvankelijk goed gedaan. In de radio leek het er even op dat hij goed werd ontvangen. Frits Spits heeft ‘m in zijn programma ‘De Avondspits’, naar verluid achter elkaar gedraai. Ook kwam er een stukje in popblad OOR geflankeerd door een groot afgedrukte promofoto. Hierbij is het echter op een of andere manier gebleven. Het grote succes is er niet van gekomen en het plaatje is daarmee vrijwel direct in de vergetelheid geraakt, behalve bij Bertus en zijn companen. Tot in september 2006 het boekje van Groenendijk en Tigges uitkwam waarin Morge en Bertus (terecht) een plaats kregen en kort daarop Radio West met de Top 500 begon, met het inmiddels bekende resultaat…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *